Vindplaats
De klokjesgentiaan is een plant die wettelijk beschermd is en op de Nederlandse Rode Lijst van planten staat.
De klokjesgentiaan is een soort die voorkomt op natte heidegebieden en staat vaak tussen de ‘associatie van moeraswolfsklauw en snavelbies’ en de ‘associatie van klokjesgentiaan en borstelgras’. Kortom, de soort kun je dus niet in bossen vinden, maar voornamelijk op vochtige graslanden of heidegebieden.
Op de Strabrechtse Heide kom je klokjesgentianen voornamelijk tegen op heidevelden waar geplagd is. Maar je kan ze ook tegen komen op stukken die niet geplagd zijn.
Klokjesgentianen groeien op wat vochtige grond, daarom zijn ze ook te vinden op plekken waar dopheide groeit. Dopheide is namelijk een soort die voorkomt op natte heide.
Groeiproces
Vanaf mei-juni zijn de klokjesgentianen te vinden, dit jaar waren ze pas vanaf juli goed te vinden. De planten zijn namelijk door de kleur en verschijning moeilijk te vinden tussen de heidestruiken en andere planten. Maar de bloemen steken goed af qua kleur van de omgeving.
Klokjesgentianen beginnen als klein plantje met ovale blaadjes die horizontaal gespreid zijn. De soort is dan erg lastig te vinden tussen al het groen van de grassen. Maar wanneer de klokjesgentiaan wat groter wordt en ook de bloemknoppen beginnen te vormen is de plant een stuk makkelijker te onderscheiden van de andere planten. Door de grote hoeveelheid groen is het nog altijd lastig om ze te vinden.
Wanneer de bloemknoppen verschijnen komen verschijnt ook het gentiaanblauwtje.
Gentiaanblauwtje
Het gentiaanblauwtje is een vlinder die nog zeldzamer is dan de klokjesgentiaan. Het gentiaanblauwtje legt namelijk de eitjes op de bloemknoppen van de klokjesgentiaan.
Tijdens het inventariseren van klokjesgentianen voor Staatsbosbeheer viel me op dat het gentiaanblauwtje de klokjesgentianen niet makkelijk kan vinden. Wanneer er meerdere planten bij elkaar staan tref je er eitjes aan, maar solitaire planten zijn vaak niet voorzien van eitjes van het gentiaanblauwtje. Daarnaast tref je meer eitjes aan in de buurt van een mierennest en op oudere klokjesgentianen.
Per bloemknop tref je één tot meer dan vijftien eitjes aan. Maar de kans bestaat dat zoveel eitjes alsnog geen enkele rups oplevert, want niet elke bloemknop komt tot bloei.
Wanneer een eitje uitkomt, vreet de rups zich een weg naar het vruchtbeginsel van de klokjesgentiaan en laat zich daarna vallen zodat een steekmier de rups meeneemt naar het mierennest. In het mierennest krijgt de rups voedsel van de mieren omdat ze geadopteerd worden en niet als indringer wordt aangezien.
Na bijna een jaar verpopt de rups zich en moet dan snel het mierennest uitvluchten omdat ze na het verpoppen als indringer wordt aangezien. Nadat de vlinder uit het nest is gevlucht, kruipt het hoog de begroeiing in en pompt dan pas de vleugels op om daarna weg te kunnen vliegen en aan een nieuwe cyclus te beginnen.
Bloemen
De bloemen van de klokjesgentiaan bestaan niet uit losse kroonbladen, maar in feit één groot kroonblad met 5 punten aan de bovenkant. De bloem is binnenin gestippeld en aan de buitenkant kun je duidelijk witte strepen zien zitten.
Wanneer de bloem bloeit, dat is wanneer de zon schijnt, bij bewolkt weer zijn de bloemen gesloten maar ook wanneer het donker is, is de binnenkant van de bloem duidelijk zichtbaar. De bloem valt dan ook goed op qua kleur tussen de groene kleuren van de dopheide en grassen.
Nadat de bloem bestoven is, ontstaan er zaden. De zaden zullen door hun vorm niet ver van de huidige plant vallen. Als alles meezit ontkiemen de zaden het jaar erop in het voorjaar.
Vernatting
Staatsbosbeheer gaat dit jaar starten met het vernatten van de Strabrechtse Heide. Dit komt waarschijnlijk het leefgebied van de klokjesgentiaan ten goede, maar dus ook voor het gentiaanblauwtje.
De komende jaren zal moeten blijken of en hoe zeer het vernatten van de Strabrechtse Heide dit ten goede komt van de klokjesgentiaan en gentiaanblauwtje.