Dinsdag 17 september was er in Radio Kootwijk een symposium met als thema “Heidebeheer in de 21e eeuw, hoe ziet dat eruit?”.
Het doel van het symposium, georganiseerd door boswachter Jap Smits van Staatsbosbeheer, was om te zien hoe heide beheerd moet worden maar ook hoe dit bekostigd moet worden.
Als eerste werd het boek Heidebeheer gepresenteerd door Jap Smits en Jinze Noordijk waarin ze diverse vormen van heidebeheer beschrijven met de voor- en nadelen. Maar ook het het nut van monitoren van flora en fauna.
Na de boekpresentatie kwam nog een boekpresentatie. Namelijk het boek Economy and Ecology of Heathlands geschreven door onder andere Henk Siepel.
In het boek bekijken de diverse auteurs naar het verdienmodel van heidelandschappen vroeger en naar hoe dat tegenwoordig gaat en in de toekomst zou moeten.
Vroeger leverde het plaggen van de heidelandschappen vruchtbare stoffen op voor de boeren die er ook schapen lieten grazen. Tegenwoordig kost het begrazen erg veel geld en is het dus de vraag hoe heidelandschappen toch winstgevend kunnen zijn of gemaakt kunnen worden.
Het verkopen van biomassa, dus omgezaagde bomen en andere dingen, levert niet meer op dan dat het kost. Maar het invoeren van rechten voor het plaatsen van bijenvolken of schapenkuddes zou wel geld opleveren. Maar ook geld vragen voor het onttrekken van grondwater door waterleidingbedrijven zou geld opleveren. Het verkopen van schapenvlees zou ook geld opleveren. Daarbij moet het vlees dan wel aangeprezen worden zoals bockbier in het najaar. Als schapenvlees als ‘super biologisch’ wordt verkocht dan kan men hier een hogere prijs voor vragen.
Al deze dingen zorgen ervoor dat de kosten van beheer en onderhoud makkelijk terugverdiend kunnen worden.
Al leverde de prijs die men gecalculeerd heeft in het boek een discussie op tussen de auteur en enkele schapenhouders in de zaal.
De prijs zou namelijk veel te hoog gecalculeerd zijn.
Tijdens het symposium werd ook de trailer gepresenteerd van de film “Strabrechtse Heide een verborgen wereld”. Een film vergelijkbaar met De nieuwe wildernis.
Op het symposium kwamen sprekers van Alterra, B-Ware, Stichting Bargerveen, EIS-Nederland, RAVON en de Vlinderstichting aan bod.
Het was mooi om te zien dat elke spreker een andere invalshoek heeft qua beheer van heidelandschappen.
Zo zag een spreker het liefst dat er intensief begraasd werd, dit zorgde voor de hoogste populatie aan insecten. Maar een andere spreker zag weer liever dat er beperkt begraasd werd aangezien dit weer beter zou zijn voor de reptielen.
Na een dag van diverse sprekers, merk je meteen dat het niet makkelijk is om de meest perfecte regels op te stellen voor het beheer van heidelandschappen.
Dat het belangen afwegen is en indien mogelijk bepaalde plekken intensief te laten begrazen en andere juist met rust te laten. En beperkt te plaggen en indien het toch nodig is dit op kleine schaal te doen.
Opvallend was dat soorten zoals klokjesgentiaan en levendbarende hagedis aan bod kwamen als indicatiesoorten van hoe het gesteld is met de heidelandschappen. Beide soorten die ik inventariseer voor Staatsbosbeheer.
Het was een erg interessante dag en leuk dat iedereen het boek Heidebeheer kreeg!