Limburgs Landschap en Regionaal Landschap Kempen en Maasland hadden gisteren een biodiversiteitsweekend georganiseerd.
Doel van het weekend (wat jammer genoeg maar één dag is geworden vanwege het aantal aanmeldingen) was om alle flora en fauna in kaart te brengen van het Weerterbos. Natuurlijk is het iets te veel van het goede om het hele Weerterbos in kaart te brengen, vandaar dat gekozen is voor het ecoduct over de spoorlijn Eindhoven – Weert en snelweg A2 en het Maarheerzerveld en omgeving.
Al om 06:00 uur ’s morgens stond de vroege vogelwandeling op het programma, waarbij we vogels gehoord en gezien hebben zoals de graspieper, boompieper, groenling en tuinfluiter.
Het is een vak apart vogels waarnemen, want het meeste gebeurd op gehoor. Probeer dan maar al die geluiden uit elkaar te houden.
Na enkele kilometers kwamen we bij de uitkijktoren die zicht geeft over het gebied waar de edelherten zich bevinden.
De reeën lieten zich wel zien maar vertrokken even later het bos weer in.
Langs de paden stond een groot aantal brede wespenorchissen, de meest voorkomende orchis soort in Nederland.
Een soort die ook niet kan ontbreken is de phegeavlinder. Waarbij we de rups gevonden hebben. Deze soort komt voor in een beperkt gebied, namelijk van Venray tot Echt en van Eindhoven tot Venlo.
Na de vroege vogelwandeling werden er groepen gemaakt die alle flora gingen noteren, mieren zoeken, bijen en wespen zoeken en een groep ging amfibieën en libellen zoeken.
Ik ging met de laatste groep mee en mocht me met een schepnet uitleven op zoek naar kikkers en salamanders.
Bij de eerste poel kwamen we een mannetje en vrouwtje alpenwatersalamander tegen. Een salamander met typisch oranje buik.
Bij de volgende poel zat de oever vol met libellen, zoals lantaarntje maar ook de zeldzame tengere grasjuffer.
Om de diverse soorten libellen te kunnen determineren was het soms nodig om een boek erbij te pakken. Want het verschil is soms maar een klein zwartje streepje.
Bij de laatste poel zat het vol met larven van de kleine watersalamander.
Tijdens het middagprogramma ben ik mee gegaan met de groep die op zoek ging naar mieren. Het is fascinerend om te zien dat iemand zoveel kennis heeft van mieren. Behendig mieren vangen, bepaalde manier vasthouden zodat ze niet kunnen bijten en dan loep erbij en als snel volgt er een soortnaam.
Op zoek naar mieren kun je natuurlijk gewoon op de grond kijken om te zien of er lopen, maar er blijken er ook veel in strooisellagen te zitten. Met een zeef en bak kun je handig kijken wat er allemaal tussen de bladeren zit.
Maar ook in omgevallen bomen blijken er vaak te zitten.
Naast mieren kwamen we ook nog heel veel gevlekte orchissen tegen.
Maar ook kleine zonnedauw en moeraswolfsklauw.
Het meest opvallende van de dag was een stuk raat aan een heidestruik. Jammer genoeg heb ik geen idee van welke bijen- of wespensoort deze is.
Mar ook de grote keizerlibel kwam nog voorbij vliegen. Vanwege de kleuren en grootte een soort die je haast niet kan ontgaan.
Jammer genoeg vloog de dag voorbij! Want het was een erg leuke maar ook zeker leerzame dag, waarbij jet op en top genieten is om de hele dag buiten in de natuur te zijn op zoek naar alle soorten flora en fauna!
Alle waarnemingen die ik genoteerd heb kun je hier vinden.
Hopelijk is er volgend jaar weer een dag of heel weekend, want dan ben ik er zeker weer bij!