Vanmorgen was er een ‘expeditie hazelmuis’ georganiseerd door Landschap vzw en ARK natuurontwikkeling.
Kon je vroeger de hazelmuis nog in heel Limburg aantreffen, komt deze soort tegenwoordig alleen nog maar voor in het uiterste punt van Zuid-Limburg.
Met een groep van ongeveer 15 personen gingen we onder leiding van Bram Houben naar het leefgebied van de hazelmuis.
Tijdens een korte wandeling hadden we al een erg mooi uitzicht over Zuid-Limburg!
De hazelmuis wordt ook wel ‘aapje van het zuiden’ genoemd omdat deze slaapmuis een soort ‘handjes’ heeft en daarmee als een aapje door struikgewas kan klauteren.
Een geleidelijke overgang van grasland naar bossen heeft de hazelmuis het liefste, en de hazelmuis maakt er zijn nest in de dichte vegetatie tot enkele meters boven de grond. Andere soorten zoals de bramensprinkhaan weten zo’n overgang ook goed te waarderen.
Het nest is een klein bolletje van grasstengels, ongeveer 10 cm groot.
Hazelmuizen eten zoals de naam al zegt, het liefst hazelnoten. Wanneer je hazelnoten hebt gevonden zijn de vraatsporen van de hazelmuis goed te zien. Ze eten vaak een soort rondje van een hazelnoot af.
In het leefgebied van de hazelmuis kom je ook sporen tegen van dassen (burcht en uitwerpselen) maar ook van de vos (haren).
Om de soort makkelijker te kunnen inventariseren hangen er ook ‘buisjes’. Een soort doosje waarin een plankje zit met aan één zijde een opening. In één van die ‘buisjes’ zat daadwerkelijk een hazelmuis!
Een hazelmuis is ongeveer 55-80 mm groot en weegt tijdens het begin van de winterslaap 40 gram.
Jammer genoeg bleef het bij dit ene exemplaar, ondanks dat we met de hele groep goed gezocht hebben!
Het is mooi om te zien dat diverse organisaties samen de handen in elkaar slaan om het leefgebied voor de hazelmuis te verbeteren en dus indirect voor veel meer soorten dieren!
Tijdens de excursie werd ook duidelijk dat het heel belangrijk is dat gebieden met elkaar verbonden worden, om het leefgebied groter te maken. Zo worden zaken zoals inteelt voorkomen en kan de soort alleen maar sterker worden en zorgen voor een grotere populatie.
