Tussen Boxtel, Best en Oirschot ligt het coulisselandschap De Mortelen. Van vroeger uit kom je hier weke grond (mortel) en hogere zandgronden (donken) tegen.
Bij de vererving van de gronden kreeg iedereen een klein stuk van de mortel en van de donken. Hierdoor is het landschap kleinschalig gebleven en heb je kleine weilanden met daar omheen kleine bossen en houtwallen.
Dit zorgt voor veel variatie in het landschap en maakt een ‘weilandenroute’ opeens een stuk interessanter dan de grote ‘voetbalvelden’ die gebruikt worden voor het gras om te maaien.
Download GPX track
Vanaf de parkeerplaats bij Herberg De Schutskuil kun je een wandeling door dit gebied maken met een lengte van ruim 13 kilometer lang. Ik heb de route zoals opgesteld door het Brabants Landschap iets aangepast zodat je vrijwel alleen maar over onverharde wegen en paden loopt.
De route is daardoor ook 1,5 kilometer langer dan de oorspronkelijke route.
‘In mei leggen alle vogels een ei’, maar nu in april kom je al diverse eierdopjes tegen. Zoals van (hoogstwaarschijnlijk) een merel en een zanglijster.
Je loopt in het begin van de route langs een beek en de ‘mortel’ is hier al meteen goed zichtbaar. Planten zoals de bosanemoon gedijen hier erg goed.
Af en toe is het gedaan met de rust zodra er een vliegtuig over komt vliegen. Eindhoven Airport is namelijk maar 13 km hier vandaan.
Het kleinschalige landschap is vaak goed te zien, wanneer je een bos uit komt gelopen en een klein weiland ziet liggen. Vaak zijn het natte graslanden, waarbij het vol staat met pinksterbloemen.
De beek lijkt soms op een een pad, maar vergis je hier niet in! De waterranonkel gedijt hier namelijk erg goed en staat momenteel in bloei.
Waar ik niet de route volg van het Brabant Landschap kwam ik twee foeragerende reeën tegen. Op hun gemak liepen ze door het weiland.
Je steekt nu de beek over en loopt een klein stuk weer terug aan de andere zijde van de beek. Je slaat nu linksaf en gaat door een klaphek.
Soms hoor je een vogel erg goed fluiten, dan kun je bijvoorbeeld een zwartkop zien zitten.
In het weiland waar je nu doorheen loopt zie je erg veel pinksterbloemen staan, precies op dat moment kwam de zon er een beetje door. De oranjetipjes kwamen toen ook tevoorschijn, net zoals de witjes.
Even later loop je door een draaihekje en steekt een weiland over. Aan de rechterkant ligt een camping.
Op dit gedeelte van de route kom je echt duizenden pinksterbloemen tegen!
Het bont zandoogje zag er nog erg vers uit, een soort die meestal als pop overwintert, maar ook een enkele keer als rups.
Aan de westzijde van de Oude Grintweg ligt een geheel ander landschap. Zandgrond en weilanden met Engels Raaigras kom je hier voornamelijk tegen. Daarnaast loop je hier ook enkele stukken over een verharde weg.
Gelukkig kom je naast verharde wegen en naaldbossen ook weilanden tegen die geel kleuren van de paardenbloemen.
In een klein weiland hielpen de spreeuwen een pony met grazen. Zodra de pony een stap zet, vliegen ze allemaal massaal op om even later weer te landen in het weiland.
Nadat je de Oude Grintweg bent overgestoken is het gebied meteen weer een stuk natter. Daarnaast kom je ook weer bosanemonen tegen.
In de buurt van de herberg De Schutskuil kwam ik nog een kievit tegen die haar nest aan het verdedigen was. Maar of er nog wat over is van het nest blijft de vraag. Het recent omgeploegde land zag er niet erg hoopvol uit in ieder geval.
Het gedeelte ten oosten van de Oude Grintweg is erg fraai vanwege de bloeiende bosanemonen, kleinschalige weilanden, houtwallen en kleine bossen. Daarentegen is het gedeelte ten westen van de Oude Grintweg niet erg bijzonder om te zien.
Ondanks de weersvoorspelling van bewolkt weer, kwam gelukkig de zon toch regelmatig tevoorschijn en de vlinders dus ook. Daarnaast blijft een ontmoeting met reeën altijd bijzonder!