Ook dit jaar organiseerde Regionaal Landschap Kempen en Maasland een biodiversiteitsweekend. Vorig jaar was de standplaats het Weerterbos, dit jaar het Mariahof in Bree (België).
Doel van het biodiversiteitsweekend is om zoveel mogelijk flora en fauna in kaart te brengen van bepaalde gebieden.
Het programma startte zaterdagmorgen om 6:00 uur met een vroege vogel wandeling. Vanaf het Mariahof zijn we door het gebied gewandeld met de vele vijvers waar we allerlei vogels hebben gezien en gehoord!
Vogels zoals kokmeeuwen, dodaars, kleine karekiet, ijsvogel en zomertortel kregen we te zien of te horen.
Vanuit de kijkhutten hadden we een prachtig zicht op de vijvers. Op een dode boom zat de koekoek, die we de rest van de dag hebben horen roepen.
In de buurt van de Abeek zat een ijsvogel te broeden en even later zag je de ijsvogel over het water heen vliegen als een grote blauwe vlek. We hebben ook diverse reeën gespot, blijft toch altijd iets speciaals als je ze ziet.
De eikenprocessierupsen liepen al in processie tegen de stam van een eik. De naam van deze rups is dan ook meteen duidelijk.
Na het ontbijt stond het inventariseren van planten en insecten op de plagzones van de Sint Maartensheide op het programma. De ‘Flora van Nederland’ (in België) werd veelvuldig geraadpleegd om soorten zoals Hennegras, Mannagras, Moeraswalstro en Zompvergeet-mij-nietje te determineren.
Naast de planten waren er ook allerlei vlinders te zien, zoals koevinkjes en bruin zandoogje.
In een van de poelen kwamen we het blaasjeskruid tegen. Een soort vleesetende plant, al eet deze soort ook stuifmeel en algen.
Een van de plagzones was een groot rietveld geworden, door de grote hoeveelheden neerslag van afgelopen weken kon het riet hier volop groeien!
De bloedrode heidelibel viel daardoor des te meer op tussen het groene riet.
Meer dan een maand geleden was het Pinksteren, maar nog steeds kom je bloeiende pinksterbloemen tegen. Het vinden van watertorkruid was voor veel mensen een leuke verrassing, terwijl het geen zeldzame of speciale soort is.
De groep die op zoek was naar insecten had een zeldzame libel gevonden, namelijk de zuidelijke keizerlibel. Te zien aan de vleugels gaat het zeer waarschijnlijk om een zwerver die vanuit het zuiden in België terecht is gekomen.
Na de lunch stonden enkele andere plagzones op het programma om geïnventariseerd te worden.
Op een locatie was de struik- en dopheide weer te vinden. Een van de weinige plekken in het gebied waar de begroeiing van vroeger weer terug is!
Een Sint Jansvlinder was net uit de pop gekropen. Omdat de vlinder nog zo vers was, kon je hem goed van dichtbij bekijken zonder dat hij weg zou vliegen.
Jammer genoeg ging het steeds harder regenen en na een uur in de regen te hebben gestaan, werd besloten om te schuilen in de kijkhutten en te wachten tot de regen voorbij zou trekken.
Na de barbecue ’s avonds was het weer even droog. Tijd om de vallen die uitgezet waren te controleren.
Van de ruim 10 vallen die gezet waren, troffen we in 6 vallen de rosse woelmuis aan en in 4 andere vallen de zwarte wegslak.
De zwarte wegslak lust natuurlijk ook graag de haver en meelwormen in de vallen.
Jammer genoeg begon het weer te regenen, maar gelukkig was het maar een korte felle bui dit keer.
Zelfs de zon begon nog even te schijnen!
Het was net als vorig jaar weer genieten van al het moois wat ik gezien en gehoord heb. Maar natuurlijk ook weer veel geleerd!
Ik ben er volgend jaar dan ook weer zeker bij om van al het moois te genieten en weer veel te kunnen leren!