Op 35 kilometer afstand van Duits-Nederlandse grens ligt in de gemeente Wesel (Duitsland) het Diersfordter Wald en Stemkens Heide. Het Diersfordter Wald en Stemkens Heide zijn grote omheinde natuurgebieden waarin allerlei soorten wild leven zoals wilde zwijnen, edelherten, damherten en moeflons, maar ook het vliegend hert komt hier voor!
Vanaf de parkeerplaats aan de Bislicher Wald (dichtbij de kruising met de Emmerich Strasse) kun je een wandeling maken van ongeveer
Download GPX track - Diersfordter Wald
Vanaf de parkeerplaats loop je tussen twee grasvelden door richting het bos. Meteen zie je een metalen hek waarmee je toegang krijgt tot het gebied. Schrik niet van de piepende deuren, het wild zal nu gewaarschuwd zijn dat er wandelaars in aantocht zijn.
Wat meteen opvalt is de grote hoeveelheid aan zomereiken en varens onder de zomereiken! Door de afzetting in de ijstijd is er een voedselarme bodem ontstaan waarop alleen zomereiken kunnen groeien. Op een enkele plek kom je ook naaldbomen, beuk en berkenbomen tegen.
Met een beetje geluk kom je een wild zwijn, hert of moeflon tegen. Maar de kans om een haas te zien is met dit warme weer wel een stuk groter! En denk je alleen in de herfst paddenstoelen te kunnen zien, kijk dan goed rond! Want je kunt bijvoorbeeld een grote zwavelzwam zien onderweg.
Na ongeveer 1,5 kilometer gewandeld te hebben kom je bij de eerste kijkhut. Het is een beetje vreemd geplaatste hut, want het wild kan jou al zien lopen naar de hut toe en eenmaal in de hut heb je uitzicht over een gebiedje waar je vanaf het pad eigenlijk ook zicht op hebt.
De route loopt weer verder over degelijke wandelpaden met volop varens en zomereiken. Ondanks dit redelijk monotone beeld kom je gelukkig ook nog andere zaken tegen zoals libellen en juffers.
Na een ruime 2 kilometer wandelen kom je bij de Kemkens Heide uit. Je hebt uitzicht over een vochtig heidegebied met plantensoorten zoals witte snavelbies, veenpluis en ronde zonnedauw. Ronde zonnedauw kun je gewoon voor het bankje zien staan!
Even verderop loop je verder over een plankenpad over een gebied dat normaal heel nat is. Behalve nu, door de extreme droogte is ook dit gebied geheel droog komen te staan.
Ga gerust eens op het pad zitten en kijk dan goed naar de bodem! Er groeit hier volop zonnedauw, misschien zie je zelfs wel een insect dat gevangen is door dit vleesetende plantje!
Naast zeldzame planten kom je hier ook zeldzame libellen en juffers tegen. Zoals de vuurlibel en koraaljuffer.
Op het eind van het plankenpad zie je nog enkele jeneverbessen staan. Het hek om de struiken moet voorkomen dat ze aangevreten worden door het wild in dit gebied.
De route loopt nu weer verder door het bos, wat erg aangenaam is wanneer het een tropische dag is met temperaturen boven de 30 graden. In een drooggevallen ven kun je nu goed zien hoe de pollen pijpenstrootje eruit zien.
In de natuur hoef je niet de grootste te zijn om ook de sterkste te zijn. Een spinnendoder liet zien dat ondanks haar formaat ze de spin de baas kon zijn. Alleen kreeg de spinnendoder niet de spin zomaar meegesleurd.
Kijk ook goed op de bomen, ook voor het vliegend hert, maar een redelijk grote nachtvlinder kun je ‘s zomers zien vliegen. Het karmozijnrood weeskind, is een nachtvlinder die soms ook al overdag actief is, maar meestal rustend op een boomstam is te vinden.
Net voordat je linksaf moet slaan om de route te vervolgen zie je rechts een kijkhut staan. De kans dat je hier wild zult zien is volgens mij een stuk groter. Je kijkt namelijk uit over een gebied waar je niet loopt en de dieren zullen dus niet opgeschrikt worden door wandelaars. Mocht je door de hitte geen wild zien, kijk dan eens onder de kijkhut.
Je treft er namelijk allemaal rond kuiltjes aan van de larve van de mierenleeuw. Wanneer een mier in het kuiltje loopt, zal deze door het losse zand niet meer uit het kuiltje kunnen komen en de larve die onder het kuiltje verstopt zit zal de mier grijpen en opeten.
Bij de kijkhut lagen ook nog de resten van een lederboktor. Een zeldzame keversoort die meer dan 5 cm lang kan worden! Net als de larven van het vliegend hert leven ze in rottend hout. De larven van de lederboktor blijven maar liefst 3 jaar als larve in het hout leven voordat ze zich verpoppen.
Het laatste stuk van de wandeling loopt verder over een degelijk wandelpad. Aan de rechterzijde van het pad zie je duidelijk dat de zwijnen hier volop hebben gewroet tussen de bomen, geen enkel stukje grond is nog intact.
Even verderop loop je weer door het metalen hek en tussen de grasvelden door richting de parkeerplaats.
Het is bijzonder om te zien dat een bos zo monotoon kan zijn qua begroeiing van zomereiken en varens. Maar ook dat je halverwege de route midden over de natte heide loopt en er totaal andere planten groeien.
Wanneer het niet zo warm is heb je vast een grote kans om het wild te spotten in het gebied!