Op een druilerige zaterdagmiddag liep ik een wandeling over de Dorperheide bij Kaulille. Je hoorde de regen zachtjes vallen op de bladeren en het was redelijk nevelig waardoor het erg stil was in het bos.
Maar na enkele minuten zag ik rechts van het wandelpad een dode vogel in een struikje hangen. De vogel had geen ogen en vleugels meer. Daarnaast lag de vogel er op een manier alsof deze er neergelegd is.
Twee meter van de vogel lagen de vleugels op de grond. Waarschijnlijk heeft de vogel daar eerst gelegen en heeft iemand de vogel op het struikje neergelegd.
Helaas kon ik de vogel niet zo in een boek gevonden krijgen, want een bosvogel met zo’n lange snavel en zwart wit gekleurd staat in geen enkel boek.
Nadat ik de foto’s op waarnemingen.be had geplaatst met als soort ‘Vogel onbekend’ kreeg ik een bericht van de waarnemingbeheerder Vogels. Het zou gaan om een bonte stern en deze soort is maar één maal waargenomen in de hele Benelux! Namelijk op 31 augustus 2012 in Rotterdam. De bonte stern is een zeevogel en komt niet 200 kilometer van zee in het binnenland voor, vandaar dat ik hem niet gevonden kreeg in het vogelboek.
Op advies van de waarnemingbeheerder ben ik zondagochtend teruggegaan naar de plek waar ik de vogel had gezien. De vogel (die nog steeds erg nat was van de regen) heb ik meegenomen om hem vervolgens in de vriezer te leggen. Daarna heb ik contact opgenomen met Didier Vangeluwe, vogelexpert bij het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN).
Didier Vangeluwe vond het een erg bijzondere vondst en nodigde mij uit om naar het museum te komen met de dode vogel. Zodat we aan de hand van de collectie kunnen nagaan of het daadwerkelijk om een bonte stern zou gaan. Mocht het om een bonte stern gaan dan wilde hij de vogel graag opnemen in de collectie.
Op het KBIN werd ik door Didier Vangeluwe en Olivier Pauwels (conservator bij het KBIN) ontvangen. Met de lift gingen we meer dan 10 verdiepingen omhoog en nadat we de lift hadden verlaten gaf Olivier een korte uitleg over het gebouw en de regels.
Het archief waar alle dieren, fossielen, planten en nog veel meer liggen opgeslagen is in feite alleen toegankelijk voor het personeel waar altijd een conservator bij aanwezig moet zijn. Het archief bevat maar liefst 37 miljoen stukken en is speciaal gebouwd zodat het bestand zou moeten zijn tegen een eventuele nieuwe wereldoorlog (en de Tweede Wereldoorlog werd werkelijkheid) maar ook tegen andere invloeden van buiten zoals brand en ongedierte (zover je natuurlijk van ongedierte kunt spreken).
Wanneer je de lift uitstapt kun je goed zien dat het archief een speciaal gebouw is, want de liftschaft en trappen zijn gemaakt van metaal en marmer. Hiermee beperk je de kans dat bij een eventuele brand van de kantoren en laboratoria deze over zal slaan naar het archief toe. Daarnaast is het archief een kist-in-een-kist-in-een-kist constructie. Het gebouw is de eerste ‘kist’, daarnaast heb je de verdiepingen die afgesloten zijn en tenslotte liggen de vogels bijvoorbeeld weer in een afgesloten kist. Zo wordt de kans beperkt mogelijk gemaakt dat er ongedierte bij de stukken in het archief kan komen. Op diverse plekken hebben ze vallen staan en mochten er toch ongewenste insecten gevonden worden dan zal men insecticide gebruiken.
De reden om de collectie zo goed te beschermen is dat er stukken liggen die al meer dan 150 jaar oud zijn en nog steeds in perfecte staat zijn. Zo ligt er bijvoorbeeld een condor die geregistreerd is in het jaar 1859 en waarschijnlijk dus nog veel ouder is! Dagelijks komen er nog steeds nieuwe stukken bij en deze wil men ook weer honderden jaren goed houden zodat toekomstige onderzoekers de stukken kunnen gebruiken.
Uit een lade werden exemplaren van de bonte stern gepakt en nadat ik mijn exemplaar had uitgepakt werd vrij snel duidelijk dat het om een opgezet exemplaar ging. Iedereen stond verbouwereerd te kijken, want waarom zou er een opgezette zeldzame vogel gedumpt zijn in een bos in Belgisch Limburg?!
Ook werd duidelijk dat de vleugels die ik gevonden had, niet van de bonte stern zijn maar van een stormvogel (vogelfamilie). De vleugels zijn afkomstig van een opgezette vogel, aangezien de ijzerdraad goed zichtbaar was. Het zijn dus twee incomplete vogels, beide opgezet en zeldzame soorten die je niet snel aan zult treffen.
Bij de lokale politie in Bocholt is niets bekend van een eventuele inbraak waarbij opgezette vogels zijn ontvreemd. Het blijft dus een groot mysterie wie deze vogels daar gedumpt heeft!
Olivier Pauwels wilde maar al te graag beide vogels opnemen in de collectie van het KBIN om aan collega’s en studenten te laten zien wat je buiten in het bos kan aantreffen. Dus de reis naar Brussel is niet voor niks geweest, want ik kan nu zeggen dat een vondst van mij in het museum ligt!