Ten noorden van Maarheeze ligt natuurgebied Klaterspeel. Het is een gebied dat voornamelijk uit naaldbos bestaat.
Maar zodra je door het gebied wandelt zul je opmerken dat het vroeger heide is geweest, want je komt nog diverse heideplanten tegen.
Vanaf een brede zandweg kun je de ruim 3 kilometer lange wandeling starten.
Download GPX track - Klaterspeel
Zodra je de wandeling start kom je de blauwvleugelsprinkhaan tegen! De sprinkhaan is erg goed gecamoufleerd wanneer deze stil zit, maar zodra de sprinkhaan opvliegt zul je de blauwe vleugels zien.
Je slaat vervolgens rechtsaf en je blijft dit pad volgen tot een T-splitsing.
Net voor de T-splitsing is er een open stuk in het bos en dat vinden veel insecten erg fijn.
Je komt hier allerlei sprinkhanen tegen zoals zwart wekkertje en bruine sprinkhaan. Maar ook wantsen zoals de nimf (onvolwassen exemplaar) van de groene schildwants.
Op de T-splitsing sla je linksaf en je komt hier volop bloeiende struikheide tegen.
Kijk nu goed op dode takjes en bomen want op vrijwel elk dood takje zie je een heidelibel zitten. Soorten zoals bruinrode en bloedrode heidelibel kom je hier volop tegen.
Op een dood boompje kwam ik bijvoorbeeld drie heidelibellen tegen.
De route slaat vervolgens linksaf en je blijft dit pad volgen tot aan een brede zandweg.
Zie je soms insecten opvliegen om vervolgens weer 2 meter voor je te landen dan heb je grote kans om de boszandloopkever te zien. Als je heel voorzichtig loopt kun je deze fraaie kever van dichtbij bekijken.
Op de brede zandweg sla je rechtsaf en je loopt weer aan de rand van een open gebied in het bos. Ook hier zie je blauwvleugelsprinkhanen maar ook het vrouwtje van de gewone smalboktor bijvoorbeeld.
Na het open stuk in het bos loop je verder over de zandweg en ook hier kom je bloeiende struikheide tegen. Vervolgens sla je rechtsaf en je blijft dit pad weer volgen tot aan een T-splitsing.
Als je goed kijkt naar de struikheide zie je op sommige plekken dat de takjes en blaadjes niet groen maar geel/rood gekleurd zijn. Dat is het werk van de struikheidemijt.
Op de T-splitsing sla je linksaf en met wat geluk kom je het zilveren boomkussen (soort slijmzwam) tegen op de restanten van een omgezaagde boom.
Onder de naaldbomen groeit hier volop gras waar het op andere plekken vrijwel kaal is onder de naaldbomen.
Zodra de zon even achter de zon verdwijnt heb je kans om een paardenbijter (soort libel) te zien hangen aan een van de dennenbomen. Het is echt goed kijken want door de schutkleuren vallen ze helemaal niet op.
Naast libellen kom je ook vogels tegen zoals de kuifmees.
Je steekt vervolgens weer de brede zandweg over en volgt nu een stuk van de mountainbikeroute.
Op een plek met wat steile kantjes kom je de vangkuilen van de mierenleeuw tegen.
De route slingert verder door het bos en vervolgens kom je weer op een recht pad uit. Het lijkt misschien op een sigarettenpeuk maar het witte poepje van de groene specht bestaat geheel uit huidjes van mieren.
Kom je dus zo’n wit poepje tegen, peuter het gerust eens uit elkaar en je zal zien dat het helemaal vol huidjes van mieren zit.
Vervolgens sla je linksaf en weer rechtsaf. Op de kruising kun je de rupsendoder tegenkomen, een insect die rupsen vangt en vervolgens verdoofd. De rupsendoder legt er vervolgens eitjes bij en de larven hebben zo ‘vers vlees’ te eten.
Uiteindelijk kom je na 3,5 kilometer gelopen te hebben weer bij het startpunt uit.
Zo blijkt maar weer dat een ‘saai bos’ toch vol leven zit met erg leuke soorten zoals de blauwvleugelsprinkhaan en kuifmees. Maar ook de tientallen heidelibellen die je onderweg tegenkomt is erg leuk!