Nu er een dik pak sneeuw ligt is het een ideaal moment om buiten op zoek te gaan naar diersporen in de sneeuw.
Een fraai dierspoor is het spoor gemaakt door een ree. Wanneer een ree op zoek is naar voedsel zal deze wat sneeuw weg krabben en er zal een duidelijke plek ontstaan waar geen sneeuw meer ligt.
Vrij snel komen de vogels op deze sneeuwvrije plek af en zullen wat voedsel bij elkaar proberen te pikken.
Zo heb je op één plek dus pootafdrukken van een ree in de sneeuw, maar ook de wroetplek van een ree en tenslotte heel veel pootafdrukken van vogels.
Dat vogels nu volop bezig zijn met het zoeken naar voedsel wordt ook duidelijk aan de sporen van een zogenaamde vleugelopslag. Wanneer een vogel opvliegt krijg je een kenmerkend spoor in de sneeuw te zien. Vaak zie je richting een vleugelopslag pootafdrukken staan van de vogel.
In de sneeuw kom je ook volop sporen tegen van de mol. Wanneer de mol een molshoop maakt zie je normaal gesproken een grote hoop zand ergens liggen. Maar met een dik pak sneeuw komt de sneeuw omhoog en dan lijkt het net een paddenstoel die uit de grond komt.
Aan de waterkant heb je kans om sporen tegen te komen die bijna net zo groot als je eigen schoenafdrukken zijn. Het zijn de sporen van een reiger.
Met veel geluk kom je ook de sporen van de bever in de sneeuw tegen. Zoals deze in- en uitstapplaats waar de bever tussen de sneeuw op zoek is gegaan naar voedsel.
Kijk ook goed onder bomen en struiken want daar kom je ook volop sporen tegen zoals uitwerpselen van kramsvogels die de sneeuw rood laten kleuren. Kramsvogels eten volop bessen maar gaan pas als er vrijwel niets meer te vinden is bessen eten van de Gelderse roos. Door die bessen kleurt hun ontlasting rood en dat is goed in de sneeuw te zien.
Zo kom je allerlei sporen tegen als je goed om je heen kijkt!
